De Lezing: 'Duitsers weten niets van Nederland'
Christoph Driessen over zijn boek ‘Geschichte der Niederlande’
Achtergrond - 12 oktober 2010
Duitsers weten eigenlijk niets van Nederland, zegt journalist en historicus Christoph Driessen, auteur van ‘Geschichte der Niederlande – von der Seemacht zum Trendland’. Terwijl er zoveel van Nederland valt te leren, bijvoorbeeld in het debat over populisme. “Nederland is weer gidsland, maar nu in negatieve zin.” Vrijdag spreekt Driessen in Den Haag.
Waarom hebt u een boek over 500 jaar Nederlandse geschiedenis geschreven?
“Duitsers weten heel weinig van de Nederlandse geschiedenis. Op school leerden wij over Amerika, Engeland, Frankrijk en heel veel over Duitsland zelf. Terwijl het verleden van Nederland heel boeiend is, omdat het zo anders is. In de middeleeuwen was er weinig verschil tussen beide landen. Toen was Nederland onderdeel van het Duitse rijk. Maar in de 17e en 18e eeuw werd Nederland een republiek waar de burgers het voor het zeggen hadden. Dat is 300 jaar eerder dan in Duitsland.
Duitsers kennen Nederland soms van vakanties en hebben meegekregen dat het een liberaal land is. Verder zijn ze er niet zo mee bezig. Academisch opgeleide vrienden van mij waren heel verbaasd toen ze in mijn boek lazen dat Nederland een koloniaal rijk was. Het is voor Nederlanders onbegrijpelijk dat Duitsers dat niet weten. Maar wij hoorden op school niets over Nederland.
Mijn boek geeft Duitsers dus niet zozeer een ander beeld van Nederland, maar überhaupt een beeld. Er zijn wel Duitse academische boeken over Nederland, maar die zijn niet geschreven voor een groot publiek. Ook Geert Mak is bij ons populair, maar die schrijft voor Nederlandse lezers. In zijn boeken mis je als Duitser de basic facts.”
Hoe bent u bij de Nederlandse geschiedenis terecht gekomen?
“Ik heb een Nederlandse vader en een Duitse moeder. Ik ben opgegroeid in Duitsland, maar heb de Nederlandse nationaliteit. Toen ik in 1967 werd geboren, deed alleen de nationaliteit van de vader er toe. Naar de moeder werd niet gekeken.
Als kind was ik al geïnteresseerd in de vergelijking tussen beide landen. We kwamen regelmatig op bezoek bij familie in Nederland. Waarom steken mensen hier bij rood licht de straat over, vroeg ik dan aan mijn moeder. Of waarom zijn er in Nederland van die leuke gele treinen? In Duitsland was alles veel grijzer.
Ik heb geschiedenis en journalistiek gestudeerd en ben gepromoveerd op de VOC. Ik onderzocht hoe de Verenigde Oostindische Compagnie destijds in de Nederlandse pers werd gerepresenteerd, in pamfletten enzo."
In uw boek gaat u ook in op wat een Duitse recensent de “crisis van de multi-etnische Nederlandse samenleving” noemt. Hoe Nederlands is die crisis als je kijkt naar het integratiedebat in Duitsland? Dat heeft een heel andere toon gekregen door het boek van bankier Sarrazin, waarin hij schrijft dat de immigratie van moslims de Duitse maatschappij ondermijnt.
“In mijn boek beschrijf ik inderdaad het populisme in Nederland, vooral rond Pim Fortuyn. Wilders komt er niet echt in voor, het boek houdt op bij de moord op Theo van Gogh.
Als je naar de situatie in Duitsland nu kijkt, zou je Nederland weer als gidsland kunnen zien, maar dan in negatieve zin. Nederland loopt voorop met het populisme. Het Duitse integratiedebat wordt op dit moment overheerst door Sarrazin. Uit onderzoeken blijkt dat een Duitse Wilders veel stemmen zou krijgen. Maar we hebben hier nog geen Wilders-figuur.”
Doen de reacties van de Duitse media en politici u niet denken aan de Nederlandse reacties op Fortuyn en Wilders?
“Ja. De verontwaardiging over wat Sarrazin zegt is herkenbaar. Dat je niet mag spreken met mensen die anderen discrimineren. Dat je bepaalde dingen niet mag zeggen en bepaalde woorden niet mag gebruiken. Ik was in de jaren negentig correspondent in Nederland, tijdens het euthanasiedebat. Je mocht het toen niet over ‘doden’ hebben, wat het wel was, je moest ‘euthanasie plegen’ zeggen.
Ik ben het niet met Sarrazin eens, maar je moet niet zeggen dat zijn uitingen in Duitsland niet horen of hem wegsturen bij de Bundesbank. Daarmee ontstaat bij de sympathisanten van Sarrazin solidariteit met hem en bereik je dus het tegenovergestelde van wat je wilt. In die zin zou Duitsland dus wel wat kunnen leren van hoe het in Nederland ging met Fortuyn en Wilders.”
Hoe kijkt u als Duitser met een Nederlands paspoort naar de Nederlands-Duitse betrekkingen?
"De Nederlands-Duitse relatie is sterk verbeterd. Er is eigenlijk helemaal geen probleem meer. Ik vind het wel jammer dat er in Nederland zo weinig belangstelling is voor de Duitse taal en literatuur. Maar dat heeft niets met oude ressentimenten te maken.
Nederland lijkt onverschillig ten opzichte van Duitsland. Dat is misschien ook niet goed. Maar als je de relatie vergelijkt met 1990 is het nu toch veel beter. Het is ontspannen.”
De lezing van Christoph Driessen vindt op vrijdag 15 oktober plaats in boekhandel Buddenbrooks in Den Haag.
Afb. boekcover: Verlag Friedrich Pustet
Reacties
Grappig dit te lezen: bij mij is het net omgekeerd. Geboren 1974 in NL, Nederlandse moeder, Duitse vader, en dus zelf met Duitse nationaliteit. Vond zelf juist NL destijds grauw en saai, en Duitsland (tijdens vakanties) mooier en interessanter. Als volwassene zie ik e.e.a. uiteraard wat genuanceerder. Maar Duitsers weten i.h.a. inderdaad niets van Nederland, en omgekeerd is dat net zo...
Beste Andreas, dan hoor je ws ook tot de groep latente Nederlanders , net als ik. Zie: http://duitslandinstituut.nl/artikel/2643/race-tegen-de-klok