AfD
De Alternative für Deutschland (AfD) werd in 2013 opgericht met afschaffing van de euro als belangrijkste thema. Daarna heeft ze zich ontwikkeld tot rechts-nationalistische anti-islampartij. In 2017 werd ze in de Bondsdag gekozen, waar ze de grootste oppositiepartij is.
Econoom Bernd Lucke richtte de AfD in 2013 samen met andere economische wetenschappers op uit onvrede over de Duitse Europese koers tijdens de financiële crisis. De AfD werd daarom ook wel de Professorenpartei genoemd. Lucke wilde met de AfD een alternatief bieden voor de koers die kanselier Merkel (CDU) alternativlos noemde en daarmee conservatieve en economische-liberale kiezers aanspreken.
Daartegenover kwamen in 2014 Oost-Duitse bestuursleden als Alexander Gauland en Frauke Petry te staan, die thema’s als immigratie en de islam belangrijker vonden dan de euro en regelmatog provoceerden met extreme uitsrpaken. Ze haalden bij de deelstaatverkiezingen in Brandenburg en Saksen in 2014 respectievelijk 12 en 10 procent van de stemmen.
De AfD is sinds 2013 in alle deelstaatparlementen gekozen. In 2014 kwam ze met zeven zetels in het Europees Parlement. Sinds 2019 zijn dat er elf.
Ruk naar rechts
In 2015 werd Frauke Petry op het partijcongres tot nieuwe voorzitter van de AfD gekozen. Daarmee maakt de partij een ruk naar rechts. Petry vertegenwoordigde de nationaal-conservatieve vleugel van de partij. Haar verkiezing was een bittere nederlaag voor Lucke van de economisch-liberale vleugel, die daarna een nieuwe partij, Alfa, oprichtte.
De interne strijd leidde aanvankelijk tot een daling in de peilingen maar met het begin van de vluchtelingencrisis, in de nazomer van 2015, groeide de AfD flink in populariteit. De partij wist kiezers aan te spreken die teleurgesteld waren in Merkels vluchtelingenbeleid of in het sociale beleid van de SPD. Dat was terug te zien bij de deelstaatverkiezingen, waar de AfD goed bleef scoren. De afgelopen jaren werd de AfD in alle Oost-Duitse deelstaten - op Berlijn na - de tweede partij. Dat maakt coalitievorming er moeilijk. Geen van de andere Duitse partijen wil met de AfD samenwerken, of mag dat niet van de landelijke partijbesturen.
Oppositieleider
In het voorjaar van 2017 raakte de AfD in een nieuwe interne machtsstrijd verwikkeld, waarbij Petry het onderspit moest delven. Zij had onder meer kritiek op Thüringse AfD-prominent Björn Höcke, die begin 2017 verontwaardiging wekte met uitspraken die overduidelijke associaties met het nationaal-socialisme wekten. Partijgenoten als de rechts-conservatieve Gauland steunden hem juist.
Met lijsttrekkers Alexander Gauland en Alice Weidel en een stevig rechts programma haalde de AfD bij de Bondsdagverkiezingen van 2017 haalde ze 12,6 procent van de stemmen en is sindsdien de op twee na grootste partij in de Bondsdag en leider van de oppositie.
De afgelopen jaren raakte de partij steeds meer verdeeld over de vraag hoe met extreem-rechts om te gaan. De rechts-radicale partijvleugel der Flügel, met Höcke als belangrijkste leider, speelde een belangrijke rol in de AfD. In 2020 hief der Flügel zichzelf op, toen de binnenlandse veiligheidsdienst Verfassungsschutz haar extremistische intenties bewezen achtte. Maar Flügel-sympathisanten hebben nog steeds veel invloed in de partij. Voorzitter Jörg Meuthen wil dat de AfD haar toon matigt, anderen zoeken juist aansluiting bij rechts-radicalen.